Op de binnenplaats wordt men geconfronteerd met details van de voormalige grootheid en schoonheid van het renaissancepaleis van Hendrik III, zoals de colonnades en de terracotta portrettenmedaillons. Aan de noordzijde is een driehoekige fronton gemetseld. De gebeeldhouwde cherubijn (engeltje) omkranst de rozetten, vormt een mooie blikvanger op de binnenplaats. Dit beeldhouwwerk is geconstrueerd uit brokstukken die werden gevonden bij het afbreken en uitgraven van de oude manege gelegen aan het Kasteelplein. Voor de grootschalige verbouwing in 1926 waren op de eerste verdieping van het renaissancepaleis talloze frontons geplaatst rondom de eerste verdieping (de tweede verdieping bestond toen nog niet). Een grote stenen trap aan de westzijde leidde naar de toenmalige Ridderzaal, tegenwoordig de Grote Zaal genoemd. Deze trap had twee opgangen, links en rechts, zodat de adel en de geestelijkheid niet “achter elkaar” hoefden te lopen. Nu konden ze tegelijkertijd naar boven. De fontein op het midden van de binnenplaats is een geschenk van oud-cadetten ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de KMA in 1928.