Generaal-majoor der Cavalerie W.K. Brederode
Gouverneur der KMA van 1971 - 1976.

 Gouverneur Brederode

Voorganger
J.N. Mulder
Overzicht Gouverneurs Opvolger
M.H. von Meijenfeldt

 

 

 

 

Loopbaan

Willem Karel Brederode werd op 8 februari 1919  geboren en werd op 1938 toegelaten tot de KMA, waar hij als cadet een opleiding volgde bij het wapen der Infanterie voor het Koninklijke Nederlands-Indische leger.
Toen in mei 1940 de Duitsers ons land overweldigden werden de cadetten buiten Breda ingezet, en maakte ook cadet-vaandrig Brederode een gedeelte van de gevechtshandelingen mede van de oorlog van mei 1940. Na de capitulatie van Nederland studeerde hij van 1940 tot 1942 aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Amsterdam. In het voorjaar van 1942 moesten alle Nederlandse beroepsofficieren, cadetten en adelborsten zich in een aantal centra melden.  Vandaar werden ze op 15 mei 1942 onder zeer zwaar bewapend geleide naar Duitsland afgevoerd.
Tijdens dit transport met uiteindelijke bestemming het barakkenkamp Langwasser bij Neurenberg, slaagden twee man erin in een zeer vroeg stadium te ontsnappen. Deze geslaagde ontsnapping werd uitgevoerd door de toenmalige cadetten-vaandrig W.K. Brederode en G.A.J. (Gerard Antoine Jan) Carlier, die er ook in zouden slagen om uit handen van de vijand te blijven en het bezette gebied te ontvluchten.
In 1943 arriveerde Brederode in Engeland, vanwaar hij werd overgeplaatst naar een tankeenheid in Suriname. En daar zou hij zijn mede-vluchter Carlier weer ontmoeten.
Aansluitend volgde een opleiding in de Verenigde Staten. Op 8 juni 1941 werd hij benoemd tot Tweede Luitenant bij het wapen der Cavalerie. In 1946 vertrok hij naar het voormalige Nederlands-Indië, waar hij van 1946 tot 1950 was ingedeeld bij de Pantsertroepen van het KNIL. Op 1 juli 1950 werd hij bevorderd tot Ritmeester en in dat jaar ging hij na zijn Indische periode over naar de cavalerie van de KL. Inmiddels was aan hem het Bronzen Kruis verleend voor zijn geslaagde ontvluchtingspoging uit handen van de Duitsers. Nadat Ritmeester Brederode nog een verdere specialistische opleiding in de Verenigde Staten had gevolgd, bezocht hij van 1955 tot 1957 de Hogere krijgsschool te ’s-Gravenhage. Na een succesvolle studie werd hij op 1 november 1957 bevorderd tot Majoor.
Van 1957 tot 1960 was hij werkzaam bij de Generale Staf en van 1960 tot 1964 was hij docent aan de Hogere Krijgsschool. Na op 1 november 1962 te zijn bevorderd tot Luitenant-kolonel werd hij in 1964 benoemd tot commandant van 102 Verkenningsbataljon. Daarna volde zijn plaatsing bij het Eerste Legerkorps als Hoofd Operatiën (G3) van 1966 tot 1968, waarna hij op 1 november werd bevorderd tot Kolonel. Van 1968 tot 1970 was hij plaatsvervangend commandant van de 41e pantserbrigade in de Duitse Bondsrepubliek. Van 1970 tot 1971 was hij commandant van de 13e Pantser Infanterie Brigade met de rang van tijdelijk Brigade-generaal.
Op 3 juli 1971 aanvaardde hij het commando als Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie met een bevordering tot tijdelijk Generaal-majoor. Tijdens zijn Gouverneursperiode kwam de Stuurgroep Budgettering KMA met haar werk gereed en kreeg de inspraak der cadetten in het gehele beleid meer aandacht.
Vele verbouwingen werden tijdens zijn commando doorgevoerd, waardoor de keuken aan moderne hygiënische eisen ging beantwoorden en vergroot werd. Ook werd de eetzaal van de cadetten  - Kolommenzaal  - opnieuw ingericht en kreeg de officiersmess een magnifieke nieuwe ruimte toegewezen. De bibliotheek in het Kasteel werd ruimtelijk uitgebreid en de “Oude HBS” werd geheel gerenoveerd. Ook de restauratie van de buitenzijde van het Kasteel werd ter hand genomen.
De nieuwe fasering van het onderwijssysteem werd volledig doorgevoerd. Onderzoeken die verband hielden met studieklimaat, studiemotivatie en studie-attitude werden gehouden en de organisatie van de KMA werd volgens een “zuilensysteem” opgezet.
Een Commissie Onderwijs-Planning werd ingesteld, met het doel om beleidsvoorbereidend werk te verrichten voor de Raad van Gouverneur en Assessoren. In dit kader waren een tal van werkcommissies actief op het gebied van Introductie – Studieklimaat – Normering – Budgettering – Onderwijsmodellen Examens enz. Tenslotte werd in het studiejaar 1974/75 de KMA opleiding doorgelicht door een gespreksgroep, die haar gedachten vastlegde in een document “Militair management het centrale thema van de KMA opleiding”.
In juli 1976 werd generaal-majoor Brederode, die op 1 mei 1973 effectief tot die rang was bevorderd, gepensioneerd en op eervolle wijze ontheven van zijn functie als Gouverneur van de KMA. Hij droeg het commando op 10 juli 1976 over aan zijn opvolger, te midden van het cadettenbataljon, het voltallige personeel van de KMA en een groot aantal genodigden, vrienden en kennissen.  Bij deze gelegenheid ontving de scheidende Gouverneur uit handen van de Chef van de generale Staf Luitenant-generaal J.E. van der Slikke, de versierselen van Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Tijdens de daaropvolgende receptie werd van de Gouverneur en mevrouw Brederode-Mobach afscheid genomen door een opvallend groot aantal civiel- en militaire autoriteiten, door enige tientallen generaals en oud-generaals, door een groot aantal medewerkers, vrienden en bekenden uit Breda, uit de regio en uit het gehele land en door vele oud-cadetten. Het afscheid van de KMA en van de cadetten had een dag daarvoor plaatsgevonden tijdens een informele “familiebijeenkomst” van alle medewerkers. Als dank voor zijn indringende belangstelling voor alle cadetten en voor zijn steun aan het Cadettencorps, gedurende de jaren 1971 tot 1976, werd Generaal Brederode benoemd tot erelid van het cadettencorps. Willem Karel Brederode overleed in Heerde op 5 augustus 2013.