Kolonel der Artillerie M.C.F. Simon.
Gouverneur der KMA van 1878 - 1883.
Gouverneur Simon

 

Voorganger
N. van Willes
Overzicht Gouverneurs Opvolger
J.C.C. den Beer Portugaal

 

 

Loopbaan

M.C.F. Simon werd geboren in het jaar 1825 en na een opleiding aan de K.M.A. te hebben gevolgd als cadet bij het Wapen de Artillerie werd hij in 1845 benoemd tot 2e Luitenant. Na zijn benoeming tot officier werd hij geplaatst bij de 10e Compagnie van het 2e Regiment Artillerie te Bergen op Zoom, terwijl hij een jaar later werd geplaatst bij de 13e Compagnie van hetzelfde Regiment. In 1848 werd Simon geplaatst bij de 6e Compagnie van het 2e Regiment Vesting-artillerie eveneens te Bergen op Zoom.
 Nadat Simon in 1851 werd gedetacheerd bij de Applicatieschool te Breda volgde in 1852 zijn overplaatsing naar de 3e Compagnie van het 1e Regiment Vestingartillerie te Den Helder voor zeer korte tijd weliswaar, want tegen het einde van het jaar 1852 werd de 2e Luitenant Simon overgeplaatst naar de Koninklijke Militaire Academie voor de zee- en landmacht, waar hij de functie ging bekleden van leraar in de wiskunde.
Luitenant Simon, die in 1853 tot 1e Luitenant en in 1863 tot Kapitein werd bevorderd, zou de functie van wiskundeleraar blijven uitoefenen tot het jaar 1863 toen hij werd overgeplaatst naar het 3e Regiment Vestingartillerie. Daar werd hij in 1866 aangesteld tot Kapitein-adjudant van de Regimentscommandant.
Op 8 april 1867 werd Simon voor de tweede maal naar de Koninklijke Militaire Academie overgeplaatst, waar hem aanvankelijk de functie werd opgedragen van lector 1e klasse in de wis- en natuurkunde, terwijl hij later werd belast met het toezicht op het gehele onderwijs in de wiskunde.
Zijn verblijf op de K.M.A. duurde tot september 1872, toen hij werd overgeplaatst naar het 1e Regiment Vestingartillerie te Delft, waar hij als Kapitein voor speciale diensten tevens werd belast met de verdere opleiding van de cadetten der Genie en Artillerie die in Delft verbleven. Dit mag dan wel vreemd klinken maar een en ander was het gevolg van de Wet van 17 juli 1869, Staatsblad 141, ter herziening van het onderwijs aan de Koninklijke Militaire Academie, waarbij als overgangsmaatregel de cadetten van de Artillerie en Genie, die op 1 september 1872   aan de K.M.A. verbleven, werden overgeplaatst naar het te Regiment Artillerie te Delft ter voortzetting van hun studies en tot verdere opleiding tot officier.

Op deze wijze was Simon van 1872-1874 belast met het algemeen toezicht op de te Delft gedetacheerde cadetten en op het gehele onderwijs in de wiskunde.
In 1873 werd Kapitein Simon belast met het Voorzitterschap van de Commissie van proefneming te 's-Gravenhage.
In 1877 werd hij voor de derde maal op de K.M.A. geplaatst en belast met de ,,leiding der studiën'' in de functie van ,,Directeur der studiën een benaming die vanaf het jaar 1869 voor enige tijd in de plaats was gekomen van de titel Commandant (1e Officier).
Na het vertrek van Generaal-majoor van Willes als Gouverneur, ten gevolge diens benoeming tot Inspecteur der Infanterie, had Majoor Simon tijdelijk diens werkzaamheden waargenomen, maar reeds een maand na diens vertrek werd Majoor Simon benoemd tot Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie. Zijn benoeming werd, getuige de Cadettenalmanak van 1879 door de cadetten met veel instemming begroet. Dat hij in de rang van Majoor tot deze belangrijke functie werd uitverkozen, bewees wel dat men de kwaliteiten van deze talentvolle officier op hoge prijs stelde.
In april 1878 werd de nieuwe Gouverneur van de K.M.A. bevorderd tot Luitenant-kolonel van de Artillerie en in 1882 volgde zijn benoeming tot kolonel.
Geheel onverwacht werd tijdens het gezamenlijk appel van 16 maart 1883 aan de cadetten voorgelezen, dat Kolonel Simon tengevolge van een ernstige ziekte gedwongen was de leiding over de Academie tijdelijk over te dragen aan de toenmalige Eerste Officier, Luitenant-kolonel A. Pompe.
Zijn ziekte was echter van dien aard dat Kolonel Simon in augustus 1833 op non-activiteit werd gesteld en eervol van zijn commando over de K.M.A. werd ontheven.
In 1885 werd Kolonel Simon gepensioneerd en in 1892 werd aan deze verdienstelijke officier nog de rang van Generaal-majoor der Artillerie toegekend.
Generaal-majoor Simon overleed te 's-Gravenhage op 78-jariqe leeftijd en was de eerste Gouverneur van de K.M.A. die zijn opleiding tot officier aan de K.M.A. had voltooid.