Generaal-majoor der Artillerie J.W.P. van Hoogstraten
Gouverneur der KMA van 1915 - 1919
Voorganger H. Kemper |
Overzicht Gouverneurs | Opvolger Jhr. J.H. Röell |
Loopbaan
Jan Willem Pieter van Hoogstraten werd op 8 oktober 1860 te ’s-Gravenhage geboren en kreeg in augustus 1877 toestemming om een opleiding te volgen als cadet aan de Kon. Mil. Academie in Breda.
In september 1877 arriveerde hij te Breda waar hij cadet werd bij het Wapen de artillerie. In zijn cadettentijd speelde hij o.m. fluit in “SEMPRE CRESENDO” en was hij een verdienstelijk schermer van de schermvereniging “De Artillerist”.
In de zomer 1879 slaagde hij voor zijn officiersexamen en aansluitend werd hij in juli 1879 benoemd tot Tweede luitenant der Artillerie, aangesteld bij de VIIe Afdeling Vestingartillerie en geplaatst bij de 36e Compagnie van die afdeling te Amsterdam.
In april 1881 werd luitenant van Hoogstraten bij reorganisatie ingedeeld bij het 2e Regiment Vesting Artillerie, maar in december van dat jaar werd hij gedetacheerd bij het 3e Regiment Veldartillerie te Breda.
In de periode 1880-1882 was luitenant van Hoogstraten echter gedetacheerd bij de Ie Afdeling van de Krijgsschool te Breda. Die detachering eindigde in september 1882 en in die maand werd van Hoogstraten bevorderd tot 1e Luitenant en met ingang van 1 december 1882 werd hij definitief geplaatst bij het 3e Regiment Veldartillerie te Breda.
In juli 1883 werd van Hoogstraten benoemd tot Luitenant-adjudant van de Afdelingscommandant van de Ie Afdeling van genoemd Regiment te Roermond. Op zijn verzoek werd hij in september 1885 van de functie ontheven en overgeplaatst naar de 2e trein-compagnie van het 2e Regiment Veldartillerie te ’s-Gravenhage.
Daar zou hij ongeveer twee jaar verblijven, waarna hij in juli 1887 werd overgeplaatst bij de Rij- en Hoefsmidschool te Amersfoort.
Bij het Korps Rijdende Artillerie oefende hij verschillende functies uit. Zo was hij in 1888 gedetacheerd bij het 3e regiment Veldartillerie, 1889-1891 was hij geplaatst bij de Instructie-batterij en van 1891-1894 was hij belast met speciale diensten.
In oktober 1894 werd hij bevorderd tot kapitein der Artillerie en geplaatst bij de 6e Compagnie van het 4e regiment Vestingartillerie te Den helder. In september 1895 volgde echter al weer zijn overplaatsing naar het Depot van het 1e Regiment Veldartillerie te Utrecht.
Met ingang van 15 november 1898 werd Kapitein van Hoogstraten benoemd tot Commandant van de Instructie-batterij van het Korps Rijdende Artillerie te Arnhem, met de bepaling echter dat hij tot het 1e Regiment Veldartillerie zou blijven behoren.
In december 1899 werd hij benoemd tot Adjudant in gewone dienst van H.M. de Koningin en opgenomen in de Grote Staf van het Leger, waarbij hij gelijktijdig eervol werd ontheven uit zijn functie van commandant van de Instructie-batterij.
Na in november 1906 te zijn bevorderd tot majoor, werd hij met ingang van mei 1909 gedetacheerd bij de Staf van de 1e Afdeling van het 2e Regiment Veldartillerie te ’s-Gravenhage.
Een jaar later werd hij bevorderd tot Luitenant-kolonel der Artillerie en in mei 1910 werd zijn detachering bij 2RVA opgeheven, terwijl hij weer dienst deed als adjudant van H.M. de Koningin.
In oktober 1912 werd Luitenant-kolonel van Hoogstraten op eervolle wijze ontheven uit zijn betrekking als adjudant van Hare Majesteit en teruggeplaatst naar het Wapen der Artillerie. Hij werd aangesteld tot Commandant van het 2e Regiment Veldartillerie, maar werd tevens benoemd tot adjudant in buitengewone dienst van Hare majesteit de Koningin.
Luitenant-kolonel van Hoogstraten werd in mei 1913 benoemd tot Kolonel der Artillerie en met ingang van 1 december 1915 bij de staf der Artillerie bevorderd tot Generaal-majoor der Artillerie, onder gelijktijdig benoeming tot Gouverneur der Koninklijke Militaire Academie.
Ten gevolge van de mobilisatie bleef de Gouverneur evenwel voorlopig werkzaam bij het Algemeen Hoofdkwartier. Nadat de officiële commando overdracht op 4 december 1915 had plaats gevonden nam de Gouverneur eerst op 27 maart 1916 persoonlijk het commando over van de Eerste officier, Kolonel H.A. Elout.
Vermeldenswaard tijdens zijn Gouverneursperiode was het bezoek dat H.M. de Koningin op 23 November 1916 aan de KMA bracht, waarbij het cadettencorps op het Chassé-terrein werd geïnspecteerd.
Het commando van generaal-majoor van Hoogstraten nam een einde op 1 mei 1919 toen hem op eigen verzoek terzake van langdurige dienst, eervol ontslag uit de militaire dienst werd verleend, waarbij hem de dank van H.M. de Koningin werd overgebracht voor de vele en belangrijke diensten aan het land bewezen.
Na zijn pensionering beleef Generaal-majoor van Hoogstraten gehandhaafd als Adjudant i.b.d. van H.M. de Koningin. In augustus 1921 werd hem nog de titulaire rang van Luitenant-generaal der Artillerie toegekend.
Luitenant-Generaal van Hoogstraten overleed op 18 maart op 80-jarige leeftijd.
Staat van Dienst
STAAT VAN DIENST | |
8 Oktober 1860 | Geboren in Den Haag |
1877 | Cadet |
juli 1879 | Benoemd tot 2e Luitenant der artillerie en aangesteld bij de VIIe Afdeling Vestingartillerie, 36e kompagnie te Amsterdam |
1880-1881 | Krijgsschool te Breda |
april 1881 | Na reorganisatie ingedeeld bij het 2e regiment Vestingartillerie |
27 dec 1881 | Gedetacheerd bij het 3e regiment Veldartillerie |
9 sept 1882 | Bevorderd tot 1e Luitenant der artillerie |
1 dec 1882 | Overgeplaatst naar de 3e Batterij van het 3e Regiment Veldartillerie te Breda |
30 juli 1883 - 14 sept 1885 | Luitenant-adjudant van de Commandant 1e Afdeling 3e Regiment Veld artillerie te Roermond |
21 sept 1885 - 11 juli 1887 | Geplaatst bij de 2e trein-compagnie van het 2e Regiment Veldartillerie te s-Gravenhage. |
juli 1887 - 1888 | Bij het Korps Rijdende Artillerie en gedetacheerd bij de Rij- en Hoefsmidschool te Amersfoort. |
1888 - 1889 | Gedetacheerd bij het 3e regiment Veldartillerie. |
1889 - 1891 | Gedetacheerd bij de Instructie-batterij van het Korps Rijdende Artilelrie te Arnhem. |
1891 - 1894 | Belast met speciale diensten bij het Korps Rijdende Artillerie |
25 okt 1894 | Bevorderd tot Kapitein der Artillerie en geplaatst bij de 6e Compagnie van het 4e Regiment Vestingartillerie te Den Helder. |
7 sept 1895 | Overplaatst naar het Depot van het 1e Regiment Veldartillerie te Utrecht. |
15 nov 1898 | Van het 1e Regiment Veldartillerie gedetacheerd bij de Instructie batterij van het Korps Rijdene Artillerie te Arnhem. |
18 dec 1899 | Benoemd tot adjudant in gewone dienst van HM de Koningin en opgenomen in de Grote Staf van het Leger. |
1 nov 1906 | Bevorderd tot majoor der artillerie bij de Grote Staf |
1 mei 1909 | Als adjudant van HM de Koningin gedetacheerd bij de Staf van de 1e Afdeling van het 2e Regiment Veldartillerie te 's-Gravenhage |
15 maart 1910 | Bevorderd tot Luitenant-kolonel der Artillerie |
1 mei 1910 | Detachering bij 2RVA opgeheven en weer in functie als adjudant van HM de Koningin. |
10 okt 1912 | Eervol ontheven uit zijn functie van adjudant van HM de Koningin en benoemd tot adjudant i.b.d. teruggeplaatst bij het wapen der artillerie en benomed tot commandant van het 2e regiment Veldartillerie |
2 mei 1913 1914 | Bevorderd tot Kolonel der artillerie. |
1 dec 1915 | Bevorderd tot Generaal-majoor bij de Staf der Artillerie |
1 dec 1915 - 1 mei 1919 | Gouverneur van de KMA |
1 mei 1919 | Eervol ontslag uit de militaire dienst. gehandhaafd als adjudant i.b.d. van HM de Koningin. |
27 aug 1921 | Bevorderd tot Luitenant-generaal titulair |
18 maart 1941 | Overleden in Den Haag |
Onderscheidingen
Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Huwelijksmedaille in zilver.
Herinneringsmedaille 25-jarig huwelijk van HM de Koningin.
Ereteken voor langdurige dienst als officier met het cijfer 35.
Ridder der Wendische Korrn (Necklenburg-Schwerin).
officier in de orde van St. Mauritius.
Vorstelijk erekruis (Reusz).
Ridder 3e klasse in de orde van de Kroon (Pruisen).
Commandeur in de Kroonorde (Siam).
Commandeur in de orde van de Witte Valk (Saksen-Weimar-Eisenach).
Ridder 3e klasse in de orde van de Leeuw en Zon (Perzië).
Officier in de orde van Hendrikm de Leeuw (brunswijk).
Dagorder 23 november 1916
Officieren en Leraren
Officieren en burgerleeraren K. M. A. - Staande: C.J. Sieburgh, 1ste Luitenant Infanterie O.l.L.; Baron H.F.M. van Voorst tot Voorst, 1ste Luitenant der Cavalerie; Dr. C. van Eijk, Burgerleeraar; P.W. Scharroo, Kapitein der Genie; A.N.C.F. Keijzer, 1ste Luitenant der Infanterie; J.D.B. Ophorst, Bibiliothecaris; J.J.M de Waal, 1ste Luitenant der Cavalerie; J.J. van der Valk, 1ste Luitenant der Infanterie, G.W.C.B. Geel, 1ste Luitenant der Infanterie: Jhr. G.M.E. van Suchtelen, 1ste Luitenant der Artillerie O.I.L.; H.F.H.C.C.A. von Freytag Drabbe, 1ste Luitenant der Artillerie,: H.J. van Veen, Reserve 1ste Luitenant der Artillerie; J.W.N. Le Heux, 1ste Luitenant der Infanterie; J.A. Helsdingen, 1ste Luitenant der Infanterie O.I.L.; F. Kroon, 1ste Luitenant der Infanterie O.I.L.; F.I.H.M. Thijs, Burgerleeraar; Jhr. J.P. Alting von Geusau, 1ste Luitenant der Artillerie; J.C.C. Nijland, 1ste Luitenant der Infanterie; M.A.K.J. Vis, Kapitein der Artillerie; H.W. Tilanus, 1ste Luitenant der Artillerie; H.W. Venker, Burgerleeraar; L.P. Sormani, 1ste Luitenant der Infanterie. Zittend: Dr. M.H.J.C. Thomassen, Paardenarts 1ste klas; W.J. Jeltes, Ritmeester der Cavalerie; L. de Ridder, Kapitein-Adjudant; J.S. Metz, Kapitein der Infanterie; A.C. ten Hove, Officier van Gezondheid 1ste klas; N.C. Grotendorst, Hoogleeraar; J.W.P. Hoogstraten, Generaal Majoor, Gouverneur der K.M.A., Adj. i.b.g. dienst van H.M. de Koningin; M.A. Elout, Kolonel der Artillerie, 1ste Officier; H.J.A. Feber, Majoor der Artillerie; G. van Aller, Hoogleeraar; J.C. Cramwinckel, Kapiteinde Genie; C.Spat, Leeraar (burger); H. Rooseboom, Kapitein der Infanterie.