Generaal-majoor der Infanterie J.N.A. Baron Taets van Amerongen
Gouverneur der KMA van 1886 - 1890.
Voorganger L.G. Berends |
Overzicht Gouverneurs | Opvolger H.F.C. Hardenberg |
Loopbaan
Baron Taets van Amerongen werd geboren in het jaar 1832 en genoot zijn officiersopleiding aan de KMA in de jaren 1847-1851 en werd op 8 juli 1851 benoemd tot 2e Luitenant bij het wapen der Infanterie en ingedeeld bij het 4e bataljon van het 4e Regiment Infanterie te 's-Hertogenbosch.
Nadat hij in 1854 met het 4e bataljon naar Vlissingen was overgeplaatst werd hij in 1855 geplaatst bij het 1e bataljon van het Regiment Grenadiers te 's-Gravenhage en daar bleef hij ingedeeld tot aan zijn bevordering tot Kapitein der Infanterie in mei 1864.
In dit jaar werd hij overgeplaatst naar het 2e bataljon van het 6e Regiment infanterie te Veere, vandaar ging hij naar Vlissingen en vervolgens met hetzelfde onderdeel vanaf 1 mei 1867 naar Breda.
In 1868 werd hij als Kapitein van de Generale Staf benoemd tot leraar aan de stafsschool te Breda waar hij doceerde in de vakken legerverpleging, tactiek en staldienst.
Toen hij in juni 1873 werd bevorderd tot Majoor van de Generale Staf werd hij als chef van de staf ingedeeld bij het Hoofdkwartier van de 2e Divisie Infanterie te Amsterdam.
Deze functie oefende hij uit tot 1876 toen hij werd benoemd tot Directeur van de Krijgsschool voor officieren te Breda.
In april 1878 werd hij bevorderd tot Luitenant-kolonel der Infanterie en tevens benoemd tot Commandant van het 4e bataljon van het 6e Regiment Infanterie te Breda.
In de periode 1883-1886 was Taets van Amerongen Directeur der Militaire Verkenningen en tijdens deze periode werd hij in april 1884 bevorderd tot Kolonel van de Generale Staf.
Op 21 juli 1888 werd Kolonel Taets van Amerongen benoemd tot Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie, waar hij het commando overnam van de toenmalige Eerste officier Majoor der artillerie H. J. Krantz, die tijdelijk als waarnemers Gouverneur had dienst gedaan.
Vrij kort na zijn benoeming tot Gouverneur werd hij in april 1887 bevorderd tot Generaal-majoor der Infanterie, waarvan een gedeelte der cadetten profiteerde want aan alle gestrafte cadetten werden de straffen kwijtgescholden.
Tijdens zijn Gouverneurschap herdacht de KMA haar zestig jarig bestaan op 24 november 1888 met een geslaagde reünie, waaraan door vele oud-leraren en oud-cadetten werd deelgenomen.
Op 26 april 1890 werd Generaal-majoor Taets van Arnerongen benoemd tot commandant van de 1e Divisie Infanterie en waarnemend Gouverneur van de residentie. Dientengevolge droeg hij op 8 mei 1890 het commando over aan de nieuwe Gouverneur Kolonel der Infanterie H. F. C. Hardenberg.
Tenslotte was Generaal-majoor Taets van Amerongen gedurende de jaren 1891-1892 nog Inspecteur van het wapen der Infanterie.
In 1892 werd deze 14e Gouverneur van de Kon. Mil. Academie gepensioneerd en H .M. de Koningin eerde hem door hem in dat jaar nog te benoemen tot Adjudant in buitengewone dienst Als beloning voor zijn vele verdiensten werd hem in 1898 nog de titulaire rang van Luitenant-generaal der Infanterie toegekend. Hij overleed te 's-Gravenhage op 81-jarige leeftijd in het jaar 1913.
Staat van Dienst
STAAT VAN DIENST | |
8 juli 1851 | Tweede Luitenant der Infanterie en geplaatst bij het 4e bataljon 4e Regiment te 's-Hertogenbosch. Vanaf 1 mei 1854 met het 4e bataljon naar Vlissingen en vanaf 1855 bij het 1e bataljon Grenadiers te 's-Gravenhage. |
20 sept 1855 | 1e Luitenant bij het Regiment Grenadiers. |
21 mei 1864 | Kapitein der Infanterie en geplaatst bij het 2e bataljon van het 6e Regiment Infanterie te Veere: vervolgens te Vlissingen en vanaf 1 mei 1867 te Breda. |
1868-1873 | Leraar aan de Stafschool te Breda als Kapitein van de Generale Staf. |
17 juni 1873 | Majoor van de Generale Staf |
1873-1876 | Chef van de Staf van de 2e Divisie Infanterie te Amsterdam. |
1876-1878 | Directeur van de krijgsschool voor officieren te Breda. |
30 april 1878 | Luitenant-kolonel der Infanterie. |
1878- 1883 | Commandant van het 4e bataljon 6e Regiment Infanterie te Breda. |
1883-1886 | Directeur der Militaire Verkenningen. |
19 april 1884 | Kolonel van de Generale Staf. |
21 juli 1886-26 april 1990 | Gouverneur van de Kon. Mil. Academie. |
24 april 1887 | Generaal-majoor der Infanterie. |
mei 1890-1891 | Commandant van de 1e Divisie Infanterie en waarnemend Gouverneur van de residentie. |
1891-1892 | Inspecteur van het wapen der Infanterie. |
1892 | Adjudant i.b.d van H.M. Koningin en met pensioen. |
1898 | Luitenant-generaal titulair der Infanterie b.d. |
8 febr. 1913 | Overleden te 's-Gravenlnage. |
Onderscheidingen
ONDERSCHEIDINGEN
Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.
Ereteken voor langdurige dienst als officier met het cijfer 40,
Ridder in de orde van de Eiken Kroon (Luxemburg).
Ridder 2e klasse met de ster in de orde van de Kroon (Pruisen).
Literatuur
Literatuur:
Cadettenalmanak 1851-1854, 1884-1888, 1891.
Parlement en kiezer 1962.
Engelbronner, F. R. d. Negentig jaren Stafschool, krijgsschool en Hogere Krijgsschool, 1868-1958.
Naam- en ranglijst der officieren 1852-1893.
Steyn, G. van! Gedenkboek K.M.A. 1828-1928. 1928.