Breda, 24 juli 2017 – Het Kasteel van Breda werd vandaag opgeschrikt door een groep Spaanse cadetten en hun kaderleden die waren uitgedost als Tercios. Deze geduchte infanteristen van de Spaans Habsburgse monarchie waren befaamd om hun discipline, moed en onverstoorbaarheid. De Tercio eenheden bestonden uit drie groeperingen: zwaardvechters, haakbusschutters en piekeniers. In de zomer van 1567, aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648), rukten deze Tercios onder aanvoering van de Hertog van Alva op richting Lage Landen. De bezoekende Spaanse infanteriecadetten zijn afkomstig van de Militaire Academie te Zaragoza en maken een bustoer langs de voormalige marsroute (el Camino Espangol), waarvan Breda een van de eindpunten was.
Het wonder van Empel
De groep reisde na een korte rondleiding op het Kasteel door naar Empel, een soort bedevaartsoord van de Spaanse infanterie ter nagedachtenis aan het ‘Wonder van Empel’. In december 1585 werden 4.000 Spaanse soldaten in de vesting oud-Empel belegerd door Staatse troepen en afgesneden van het katholieke Den Bosch door de Maas. Bij het maken van versterkingen groeven de Spaanse militairen een beeltenis van de Heilige Maria op. De soldaten gingen met de afbeelding in processie naar de kerk in Empel. De volgende dag op 8 december, begon het zo streng te vriezen dat de Maas dichtvroor. De Spanjaarden konden over het ijs ontsnappen aan de vijand. De Staatsen moesten zich terugtrekken. Maria is vanaf dat moment de beschermheilige van de Spaanse infanterie.